Blog Uit de war 4 – Trimmen is maatwerk; voorbeeld van normaal getrimd naar niet-invasief, en weer terug naar normaal

In deze blog een voorbeeld uit de praktijk: de trimavonturen van Polleke Piekhaar.
Polleke, een kruising Maine coon-Somalie, heb ik als jonge kat een paar keer getrimd.

De eerste keer was hij nog geen jaar oud en had al regelmatig klitten rond ellebogen en bij zijn okseltjes. Hoewel ik zijn vacht toen al als ‘risico-vacht’ inschatte (risico wat klitten betreft dus) heb ik alleen de klitjes rond zijn voorpootjes uit de vacht gewipt en zijn aan de bovenkant de overige al erg volle plekken uitgekamd. Rond zijn heupjes, waar het de vacht erg dicht was is het wat ontwold (ontwollen = uitdunnen van de wollige ondervacht die makkelijk klit). Bij zulke jonge katten wil ik liever eerst kijken hoe de vacht zich ontwikkelt voor ik uitgebreid ga scheren of uitdunnen. Anders weet je nooit of je terecht of onterecht elk jaar de kat staat te scheren. Polleke liet zich toen bovendien nog wel met mate kammen door zijn personeel, dus eerst maar eens zo proberen.
Dat ging een jaar goed en bij de nieuwe afspraak een jaar later waren helaas toch zijn dijtjes en onderkant geklit. Echter … Polleke, die bij de eerste afspraak al een bijdehand kereltje was, liet het kammen door zijn personeel intussen steeds slechter toe. Dat zie je vaker bij jonge katers. Bij Polleke speelt hier mogelijk ook een herinnering aan pijn een rol. Hij is ooit eens zwaar gewond thuis gekomen (waarschijnlijk aangereden of aangevallen). Dat maakt dagelijks onderhoud door de eigenaar, die zelf ook medische beperkingen heeft, extra moeilijk en onnodig stressvol, voor beide partijen.
Die tweede keer zijn er daarom ingrijpender en meer preventieve maatregelen genomen. Polleke’s dijtjes en onderkantje zijn toen geschoren en zijn vacht aan de bovenkant is uitgekamd en op de erg volle plekken ontwold. Met die maatregelen hoefde zijn eigenaar tussendoor wat minder werk te verrichten en was het risico op klitten weer een poosje uitgesteld.

Daarna raakte Polleke even uit zicht, tot vorige week. Toen bleek dat zijn personeel een paar jaar geleden weer een afspraak had willen maken in een periode dat mijn salon wegens vakantie gesloten was. Omdat er haast bij was is toen uitgeweken naar een andere trimster die volgens een andere methode werkt dan ik, en men is daar een paar behandelingen blijven hangen. In de normale methode met een breed behandelpakket is preventief scheren en ontwollen van plekken met verhoogd klitrisico gebruikelijk. Dit is ook hoe ik te werk ga. In de andere methode is men (fel) tegen ontwollen en preventief scheren en ook de eigenaar mag zo min mogelijk ingrijpen met de kam. Klitten moeten met de vingers en een puntje van de kam worden uitgeplozen. De eigenaar moet de kat hier dagelijks op checken en dit zorgvuldig bij houden. De gedachte hierachter is dat (zo beweert men, maar dat is nooit wetenschappelijk onderzocht) het scheren en ontwollen ervoor zorgt dat er haar van minder goede kwaliteit terug groeit dat nog sneller klit, en dat als je niet of nauwelijks ingrijpt de vacht uiteindelijk zal herstellen naar een gezonde vacht. Ook als die vacht van nature al snel klit (denk aan pluizig gefokte vachten) zou dit op die manier leiden tot een klitvrije kat. Bij Polleke is er daar vervolgens voor gekozen om hem door middel van wassen klitvrij te houden. Bij vette vachten kan (zeer) regelmatig wassen inderdaad helpen om de vacht vetvrij en minder ‘plakkerig’ te maken, waardoor deze minder zal klitten. Polleke had tijdens mijn eerdere bezoekjes aan hem echter geen vette vacht. Alleen erg pluizig.

Maar goed, Polleke werd daar gewassen en klitten die er, ondanks deze methode, toch waren ontstaan werden er steeds uit geschoren. Omdat Pollekes bovenvacht (de hardere dekharen) maar één keer per jaar goed aangroeit waren de kale plekken van die scheersessies nog zichtbaar toen ik hem van de week zag. Bovendien zaten zijn oksels en liezen vol dikke klittenrollen en ook op zijn buik zat een wattige plak. Zijn dijtjes waren aan de buitenkant ook weer behoorlijk geklit.
Hoewel zijn personeel graag ziet dat Polleke aan de bovenkant zo min mogelijk geschoren wordt (vanwege het slechte teruggroeien van het dekhaar) zat er voor mij niets anders op dan zijn dijtjes toch weer te scheren. En de geklitte delen aan de onderkant ook natuurlijk, maar Pollekes onderwol groeit wel altijd goed terug, dus dat is geen probleem. Zijn rug en flanken zijn goed uitgekamd en toch weer wat ontwold, omdat hij na de eerste trimbehandelingen die hij bij mij had gehad, zo vertelde de eigenaar, lang klitvrij is gebleven.

Wat ik met dit verhaal wil laten zien is niet dat ik per definitie tegen de andere trimmethode ben (dat is het zgn. niet-invasieve trimmen), maar dat het trimmen van een kat altijd MAATWERK is. De niet-invasieve methode heeft alleen maar kans van slagen als de eigenaar tussen de trimbehandelingen door zelf veel aan klein onderhoud kan doen. Bij katten als Polleke kan dat niet. Polleke was al geen fan van het kammen en bijt nu zijn eigenaar als hij de kam alleen al ziet.

En iedereen die zijn kat ooit door mij heeft laten trimmen weet dat één van de eerste vragen die ik tijdens mijn eerste kennismaking met de kat stel de volgende is:
“Laat hij/zij zich goed kammen door jullie/jou?”
Van het antwoord hangt namelijk veel af. Ook ik kan kiezen voor een minder ingrijpende behandeling, maar vaak zijn het juist de katten die zich níet goed laten kammen die een trimbehandeling nodig hebben.
Voor katten met een makkelijke vacht die zich goed laten kammen door een eigenaar die daar consequent dagelijks tijd aan kan en wil besteden kan de niet-invasieve methode een prima optie zijn. Maar alle andere katten zijn – naar mijn mening – beter af met bij een normaal werkende, breed geschoolde trimster (normale kattentrimopleiding duurt bijna 2 x zo lang als de niet-invasieve!) die in het kader van risicomanagement wél ingrijpender maatregelen neemt en die een preventief behandelplan opstelt passend bij de leefsituatie, de gezondheid en het karakter van de kat, en diens eigenaar.

En Polleke …Die komt de volgende keer naar mijn salon, omdat hij thuis in zijn eigen omgeving inmiddels echt teveel praatjes heeft gekregen (kleine katjes worden groot…) en omdat ik hem daar mocht het daar toch op uitkomen ook kan wassen. Ik betwijfel echter of dat mijn behandeladvies zal worden, want a) deze kat heeft geen vette vacht en b) als je een kat gaat wassen moet hij daarna lang en grondig droog geblazen of geföhnd worden terwijl hij ondertussen gekamd wordt. Want anders is er grote kans dat het natte haar samen klontert tot … klitten. Dat wassen en drogen is een vrij langdurige behandeling en niet echt geschikt voor katten met een kort lontje zoals ons Polleke… Gaan we dus nog even over nadenken…

© Saskia Heijboer – Kattentrimsalon Cat Pretty – 25 maart 2018 / terug naar Blog-overzicht

error: Content is protected !!